Komt morgen de zon op?
Ik vermoed van wel. Ik durf er zelfs een weddenschap op af te sluiten. Maar echt zéker weten doe ik het niet.
Wat zegt dan de weersvoorspelling?
Waarschijnlijk gaat het regenen, maar ook dat is onzeker.
We kunnen slechts vermoeden wat morgen zal zijn. Zo is het leven. En daarom debatteren we.
We debatteren omdat we niet weten of de zon opkomt??
We debatteren omdat we nooit helemaal zéker weten welke gevolgen onze beslissingen hebben. En dat zou iedereen zich moeten realiseren die anderen wil overtuigen van zijn plannen.
Als we wísten wat de aandelenkoersen van ING of Ajax gaan doen, hadden we allang ons hele spaargeld in aandelen gestoken. Of alles verkocht. Maar we kunnen alleen analyseren en voorspellen of het een goed idee zou kunnen zijn om aandelen te kopen of te verkopen. En als we die onzekerheid niet willen, beginnen we er beter niet aan.
Nu heb je het over speculeren op de beurs, dat is toch heel wat anders?
Toch moet het vergelijkbaar zijn geweest met bijvoorbeeld het besluit om de Afsluitdijk aan te leggen: lukt het ons zo’n ingenieus bouwwerk te realiseren? Kunnen we het betalen? En gaat die dijk ons ook echt beschermen? De ingenieurs voorspelden van wel. De bestuurders maakten aannemelijk dat ze het konden organiseren. En een meerderheid van de Tweede Kamer vond het geloofwaardig genoeg om het erop te wagen. Ze waren overtuigd. Maar echt zéker weten deed niemand het.
Beslissen is dus gewoon een kwestie van proberen?
Eigenlijk wel. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat we dan álles maar lukraak moeten uitproberen. Je onderzoekt van tevoren of je plan zinvol en haalbaar zou zijn. Dat is wat je in een debat doet: je toetst of de argumenten een besluit rechtvaardigen waarvan de gevolgen onzeker en verstrekkend zijn.
We debatteren juist omdat er iets op het spel staat: geld, trots, reputatie. Droge voeten. En hoe meer er op het spel staat, hoe belangrijker het debat en de onderbouwing van je keuze. Voordat je met je gezin emigreert heb je meer onderzoek gedaan dan voor een week vakantie op Texel, toch? Ik zei het toch, hoor je je zwager al zeggen als dat avontuur met die camping in Slovenië toch niet zo’n succes bleek. En dát is misschien nog wel het ergste van alles. Daar gáát je reputatie –
De Noord-Zuidlijn. Ook zo’n gok. Een onderbouwde gok, heus: de beslissers waren overtuigd genoeg dat de risico’s op verzakkingen aanvaardbaar waren. Dat de kostenraming realistisch was. Die inschattingen waren overtuigend genoeg onderbouwd met feiten, cijfers en modellen. En toen was er een meerderheid die het risico aandurfde.
Dat heet beslissen: tóch doen, ook al weet je het niet zeker. Durven ja zeggen. En durven nee zeggen. En daar dan voor staan. Want géén besluit is ook geen oplossing. Ga er maar aanstaan.
En wat moet ík hier nu mee?
-
Als je je plannen verdedigt – op kantoor, thuis of in de politiek – wees je ervan bewust dat je voorstel een onzekere toekomst met zich meebrengt. En de mens houdt niet van onzekerheid: we houden liever vast aan bekende ellende dan aan onzeker geluk. Dan weet je ten minste wat je hebt. Erken de scepsis jegens het nieuwe. Want de scepticus heeft gelijk: er záten ook haken en ogen aan die Noord-Zuidlijn.
-
Noem daarom niet alleen de voordelen, maar ook de mogelijke nadelen en risico’s van je plan. Beslissen is het afwegen van onzekere factoren. We debatteren immers niet over of we eieren voortaan in water op 100 graden Celsius koken. We weten dat we eieren in water op 100 graden Celsius koken. Maar we weten niet wat er gebeurt als we bijvoorbeeld sportdoping legaliseren. We kunnen het vermoeden, door de gevolgen te voorspellen – zowel de positieve als de negatieve. Je overtuigt alleen, als je de luisteraar geruststelt en overtuigt dat de toekomst met jouw plan meer goeds dan slechts in petto heeft.
-
En zorg ervoor dat je overtuigend aannemelijk maakt dat je idee haalbaar en doeltreffend is: redeneer logisch, als we A doen is te verwachten dat B gebeurt, want: [onderbouwing met argumenten, cijfers en voorbeelden]. Maak er een verhaal van dat mensen voor zich zien. Beschrijf hoe je plan in z’n werk gaat, zo concreet mogelijk. Beschrijf hoe de huidige situatie verandert in de toekomstige: beschrijf de transitie.