Er was eens… gedoe.

Een conflict. Of noem het een dilemma.
Ieder debat begint ermee.

Aan de basis ligt altijd een probleem: winkelleegstand, wachtlijsten, woningnood. You name it. Dat dit onwenselijke zaken zijn, is helder. Tot zover is er nog weinig conflict.

 

Maar, hoe lossen we het op?

Dáár begint de ellende. Het gedoe.

 

De markt regelt dat, roept de één, die moet je niet verstoren.

De markt? Die heeft die hele rotzooi juist veroorzaakt, zegt de ander.

 

Stel, jij bent één van deze deelnemers aan het debat. En je wil zoveel mogelijk mensen van jouw standpunt overtuigen.

 

Wat doe je dan?

Je legt je theorie goed uit, natuurlijk. Met sluitende argumenten, gestaafd door cijfers en met voorbeelden.

De ander doet dat ook.

En wat blijkt? Beide theorieën zijn verdedigbaar. Jullie kunnen allebei heel aannemelijk voorspellen dat de markt – of juist overheidsregulering – dit varkentje zal wassen.

 

Wie overtuig je hier dan mee?

Je medestanders. Het gaat erin als koek. Ja, hè hè, eindelijk iemand die het zegt!

 

En wat win je daarmee?

Geen nieuwe medestanders. Geen groter draagvlak. Je bevestigt iedereen die tóch al zo dacht. Je sterkt ze in hun gedachten, dat is mooi. Je medestanders worden fans: Wat kan díé het goed uitleggen, zeg.

 

Maar je wil meer

Want je wil niet alleen applaus ontvangen. Je wil dat jouw plan wordt uitgevoerd. Jij wil zaken voor elkáár krijgen. Dan heb je dus een meerderheid nodig: je moet ook mensen voor je winnen, die nog niet overtuigd zijn van jouw idee.

 

Hoe dan?

Door te twijfelen.

 

Draaikonten, zeg je??

Nee, twijfelen. Eerst twijfel je er stevig op los: juist door de twijfel kom je tot een overtuigend besluit. En als je een standpunt hebt ingenomen, vertel je anderen hoe je daar gekomen bent. Je laat zien waarover je getwijfeld hebt.

Inmiddels twijfel je natuurlijk niet meer aan je standpunt. Je hebt je huiswerk gedaan. Maar je hebt alleen zo overtuigd kunnen raken door ook andere oplossingen te onderzoeken.

Bijvoorbeeld: jij wil dat er meer gereguleerd wordt, anders komen die gescheiden vaders nooit aan een eigen woning. Daar zijn medestanders voor te vinden, geen probleem.

Maar er is een groep die toch nog in z’n achterhoofd heeft, dat die markt zo verkeerd niet is. Dus erken jij hardop dat eerdere regulering inderdaad niet bepaald de plaatjesboek-woningmarkt opleverde. Die twijfelaar voelt zich nu gehoord: gelukkig, een redelijk mens, denkt ie.

Jij hebt nagedacht welke vorm van regulering wél zinvol is. Zonder de markt achteloos opzij te schuiven.

Zo laat je zien hoe je al twijfelend – zeg, wikkend en wegend – tot je standpunt bent gekomen.

 

Het is de gedachtegang die overtuigt

Meer nog dan het standpunt zelf.

De ánder moet die gedachtegang nog maken. Want die heeft wel wat anders aan z’n hoofd dan de woningmarkt vlot te trekken. Hij heeft daarom iemand nodig die hem helpt snel zijn gedachten te ordenen: dat ben jij. Je doet dat door te vertellen hoe jij zelf tot je standpunt bent gekomen. Met alle twijfel van dien, dus.

 

 

Het was immers een dilemma

Dus er is niet één duidelijke oplossing. De ander twijfelt: logisch moeten we wat aan ’t klimaat doen. Maar hélpen ze wel, die dure maatregelen?

Dan overtuig je niet door nóg een keer uit te leggen hoe erg het allemaal is. Maar wel door te zeggen: ik heb me ook afgevraagd of dat allemaal wel voldoende hélpt, als we zoveel van de mensen vragen. En dan leg je dus uit dat al die voorbehouden wel terecht zijn, maar niet opwegen tegen de noodzaak en de urgentie om zo veel mogelijk te doen: En daarom kom ik tot de conclusie, ondanks dat de plannen inderdaad veel van ons verlangen, dat we het tóch moeten doen.

Je kunt de twijfel pas wegnemen, als je ‘m aanspreekt.

 

Dan geef ik dus toe, dat de ander gelijk heeft?

Ja. Je doet recht aan de zinnige vragen en argumenten van je opponent. Je bent namelijk een redelijk mens. Niet fundamentalistisch of dogmatisch. Maar je hebt een open geest, die wikt en weegt. Net als degene die jij wil overtuigen.

 

Maar sommigen zijn al rotsvast overtuigd van hun standpunt

Dat kan. Daar verspil je dus je tijd niet aan. Wie niet twijfelt is niet te overtuigen.

Daarom: richt je op de twijfelaar. Door jouw aanvankelijke twijfel met hem te delen. Neem hem mee in je gedachtegang, laat zien dat je oog hebt voor meerdere kanten van het verhaal. Dat is de manier om nieuwe medestanders te winnen.

 

Samengevat

 

  • Durf te twijfelen. Het is de enige manier om tot een overtuigend standpunt te komen.

  • Je gedachtegang overtuigt, meer nog dan je standpunt.

  • Verspil geen energie: alleen twijfelaars zijn te overtuigen.